Veelgestelde vragen Bestemmingsplan Stadslandgoed Nieuwerve Vlissingen

Op deze pagina vindt u vraag en antwoord over het Bestemmingsplan Stadslandgoed Nieuwerve Vlissingen.

Wat is de functie van de Visodeweg?

De Visodeweg wordt een weg voor bestemmingsverkeer naar het Justitieel Complex Vlissingen (JCV), die niet toegankelijk is voor ander verkeer. 

  • De aansluitingen op de overige wegen in de omgeving worden afgesloten;
  • Voor de ontsluiting van de aangrenzende agrarische percelen wordt een afzonderlijk kavelontsluitingspad gerealiseerd;
  • Door het doortrekken van de Visodeweg naar de Marie Curieweg, wordt een goede verkeersafwikkeling van en naar de A58 via deze route gewaarborgd.

Wordt de Deinsvlietweg afgesloten?

De verbinding tussen de Deinsvlietweg en Visodeweg wordt afgesloten voor al het doorgaand verkeer. 

  • De achteruitgangen van de bedrijven aan de Deinsvlietweg blijven bereikbaar;
  • Voor de toegang tot de landbouwpercelen wordt een nieuwe ontsluiting gerealiseerd.

Waar wordt de nieuwe ontsluiting voor landbouwvoertuigen gerealiseerd?

Het voorstel is om tussen de Deinsvlietweg en Havenweg een nieuwe ontsluiting voor landbouwvoertuigen te realiseren. 
Het idee is om deze ontsluiting ter hoogte van de huidige ingang van het volkstuinencomplex aan te leggen en deze langs de bestaande waterloop tot aan de Havenweg te laten lopen.

Op welke wijze is de landschappelijke inpassing geregeld in het bestemmingsplan?

Het Stadslandgoed bestaat uit een robuuste groen- en waterstructuur. Deze is vastgelegd in een Landschapsplan, dat onderdeel uitmaakt van de regels van het bestemmingsplan. 
Het Landschapsplan belicht het groen langs de wegen, de waterstructuur, de groene-blauwe randen rondom het Stadslandgoed en de verkavelingsstructuur van het gebied.

Klimaatadaptatie en energietransitie

Binnen het Stadslandgoed bestaat ruimte voor voorzieningen die een relatie hebben met klimaatadaptatie en energietransitie en aan proefvelden voor bijvoorbeeld het Delta Climate Center. Dit is een breed samenwerkingsverband van kennisinstellingen op het gebied van water, voedsel en energie. 
In het Stadslandgoed behoren ook functies als extensieve dagrecreatie (buiten)sport en verblijfsrecreatie tot de mogelijkheden.

Wat wordt de invulling van het gebied?

De exacte invulling van het gebied is nog niet bekend. Er is een visie opgesteld die kaders stelt voor de ontwikkeling van het gebied. Deze zijn vertaald in de regeling van het bestemmingsplan.

  • Zo moet er een minimale hoeveelheid groen gerealiseerd worden (30%). Dit groen bestaat uit de robuuste groen- en waterstructuur met opgaande beplanting in de vorm van bos, lanen en landschapselementen, water, open graslandvegetaties en natuur. Medegebruik van dit groen is toegestaan. Zo kunt u er bijvoorbeeld wandelen, kanoën en vissen;
  • Overige gronden worden ingericht met groen en/of functies voor dagrecreatie, (buiten)sport, verblijfsrecreatie, proefvelden, laboratoria, wegen en een bezoekerscentrum;
  • Van het totale grondgebied mag slechts 20% bebouwd zijn. Daarnaast moet minimaal 15% van het gebied openbaar toegankelijk zijn.

Buiten de ringmuur

Buiten de ringmuur van het JCV komt een brede watergang en in ieder geval een groene rand (boszoom) met bomen om het JCV heen.
Ook binnen het perceel van het JCV wordt er gekeken naar groene en klimaatadaptieve inrichting, onder andere op of bij de parkeerterreinen.

Wat is er straks allemaal mogelijk in het stadslandgoed?

De volgende functies zijn voorzien.

  1. Groen en water voor tenminste 30% van het gebied;
  2. Extensieve dagrecreatie (zoals bijvoorbeeld wandelen, fietsen, varen, kanoën, suppen, paardrijden, klimmen en overige kleinschalige sportactiviteiten), een kinderboerderij en ondergeschikte detailhandel en horeca;
  3. We geven ruimte voor voorzieningen in de vorm van proefvelden, opslagruimte en laboratoria. Gericht op actuele vraagstukken zoals klimaatadaptatie, energietransitie, watermanagement en duurzame voedselproductie;
  4. Verblijfsrecreatie in aangegeven gebied;
  5. Grondgebonden agrarisch gebruik zonder gebruik van meststoffen.

De exacte indeling van het gebied volgt in een later stadium en is flexibel in te vullen. De voorwaarden zijn in het landschapsplan en in de regels van het bestemmingsplan vastgelegd.

Mogen we meepraten over de invulling van het stadslandgoed?

De inzet is om bewoners, kennisinstellingen en bedrijven te betrekken bij de verdere planvorming over dit gebied. Dat is ook nodig om het tot een succes te maken.
De gemeente stelt een participatieplan op voor de verdere ontwikkeling van het Stadslandgoed. Daarin staat weergegeven hoe de participatie precies vorm krijgt.

Welk soort bedrijven zijn er toegestaan in de uitbreiding van Bedrijventerrein Poortersweg?

Binnen de uitbreiding en afronding van Bedrijventerrein Poortersweg zijn zogenaamde 'categorie 3.2' bedrijven mogelijk. Deze categorie zegt iets over de aard en invloed van de bedrijven op hun omgeving.

Bestemmingsplan

Voor categorie 3.2 bedrijven wordt een afstand van 50-100 meter gehanteerd tot gemengde gebieden en rustige woonwijken. Welke bedrijven er precies komen weten we nog niet. Ze moeten echter binnen het type passen zoals in het bestemmingsplan staat omschreven.

Hoe zit het met de natuurwaarden in het gebied?

Er is onderzoek gedaan naar de invloed van de nieuwe ontwikkelingen op natuurgebieden in de omgeving en op soorten flora en fauna in het gebied.

  • Voor het effect op de gebieden kan worden geconcludeerd, dat er geen verstoring optreedt. 
    Er is gekeken naar verstoring door geluid, licht en optische verstoring (zicht). Tevens is gekeken naar de effecten op verzuring en vermesting. Ook hiervoor geldt dat er geen (significante) effecten zijn te verwachten;
  • Er is onderzoek uitgevoerd naar soorten flora en fauna. 
    Binnen het projectgebied is een nestlocatie van de buizerd en een roestplaats van de kerkuil vastgesteld. In het projectgebied zijn minimaal 20 verblijfplaatsen van de haas te verwachten en is een verblijfplaats van het konijn vastgesteld. Ook zijn een verblijfplaats van de bunzing, 2 verblijfplaatsen van de steenmarter en 3 verblijfplaatsen van de wezel te verwachten. Tot slot is er een vliegroute van de gewone dwergvleermuis vastgesteld binnen het projectgebied.
    De nestlocatie van de buizerd, de roestplaats van de kerkuil, de verblijfplaatsen van de bunzing, haas, konijn en de steenmarter en de vliegroute van de gewone dwergvleermuis kunnen tijdens de werkzaamheden worden aangetast en vernield. Daarnaast kunnen individuen worden verstoord en gedood gedurende de geplande ontwikkeling.

Ontheffing

Het is noodzakelijk een ontheffing van de Wet natuurbescherming aan te vragen indien de aanwezige, beschermde functies door de werkzaamheden worden aangetast. Dit zal dan ook gedaan worden als de werkzaamheden daar aanleiding toe geven.

Vormen het JCV en het Stadslandgoed geen belemmering voor mijn bedrijf?

Nee, op basis van de huidige regelgeving is daar geen sprake van. Er wordt voldoende afstand in acht genomen tussen de bedrijven en het stadslandgoed.

  • Doordat de Visodeweg straks alleen voor bestemmingsverkeer is, wordt er naar een oplossing gezocht voor een bedrijf dat nog een ingang via de Visodeweg heeft;
  • Door de verbreding van de Visodeweg zullen ook extra gronden nodig zijn. Ook met de eigenaren van gronden die grenzen aan de Visodeweg wordt gesproken, om zo samen tot een oplossing te komen.

Hoe wordt omgegaan met de stikstofopgave in dit project?

De voortzetting van de procedure veel langer op zich laten wachten dan was voorzien. Belangrijkste reden is dat er een oplossing moest worden gevonden voor de problematiek rondom het stikstof en de effecten die deze ontwikkeling heeft op omringende Natura2000-gebieden.
Binnen het bestemmingsplan is een oplossing opgenomen, die er voor zorgt dat deze ontwikkeling kan worden voortgezet.

Heeft dat gevolgen voor de planning?

  • Het bestemmingsplan is op 29 juni 2023 door de Vlissingse gemeenteraad vastgesteld;
  • De aanbesteding voor het bouwproject Justitieel Complex Vlissingen (JCV) is op 25 mei 2023 op Tenderned gepubliceerd.
    Naar verwachting wordt het bouwproject eind 2029 opgeleverd en het complex half 2030 in gebruik genomen.